Over Johannes Boerboom

Johannes Boerboom was geboren 30-06-1815 te Dieden als zoon van Marcelis Boerboom en Catharina Lamers. Johannes werd bakker van beroep. Johannes overleed in Leerdam op 9 mei 1876.
Hij trouwde op 24-11-1845 te Reek met Helena de Bruin.
Zij was geboren op 21-01-1824 te Reek als dochter van Casper de Bruin en Mathia (ook vermeld als Matthaea) van der Putten. Helena overleed te Leerdam op 09-09-1899 als weduwe van Johannes Boerboom.
Zij woonden aanvankelijk in de kerkstraat nummer 62 te Megen en ze verhuisden met hun gezin op 28 juni 1853 naar Leerdam. Johannes Boerboom werd hotelier te Leerdam.
Vergelijk:

De Herberg “De Wildeman”

Oude Leerdammers herinneren zich, dat tegenover het gemeentehuis vroeger een hotel was, dat naar de eigenaar hotel Boerboom genoemd werd. Dit hotel had als reclamebord het beeld “De Wildeman” en het pand er naast “De Arend”, dat eigendom was van Van Wijk, de suikerbakker.
De naam “De Wildeman” was een naam, die vroeger meer voorkwam als naam van een herberg. Deze woeste, bijna naakte figuur met een vervaarlijke knots op zijn schouder, kwam in deze omgeving niet veel voor, maar meer in het oosten en zuiden van ons land.
De geschiedenis van deze herberg gaat enkele eeuwen terug. De laatste familie Boerboom die er woonde, was afkomstig uit Dieden (N.Br.). Johannes Boerboom was op 28 juni 1853 uit Megen in Leerdam komen wonen. Hij was in Dieden op 29 juni 1815 geboren en overleed in Leerdam op 9 mei 1876. Zijn vrouw was Helena de Bruin, geboren 22 januari 1824 te Reek (N.Br.) en is ook in Leerdam overleden en wel op 9 september 1899. Beiden waren RK.
Deze Boerboom had twee kinderen: Marcelles, geboren 22 juli 1851 te Megen, die enige tijd in Geldrop en Oudenbosch woonde en zich in 1867 blijvend in Leerdam vestigde om hier het bedrijf voort te zetten. Hij had een zuster Johanna Christina, geboren 21 november 1861 te Leerdam. Marcelles was de vader van de latere matrone Boerboom, die zich velen nog als en struise dame herinnerden.
Voor de familie Boerboom zich in “De Wildeman” vestigde, woonde er Dirk Kievit uit Neerijnen, die gehuwd was met Maria Wiggelinkhuizen, de weduwe van Hendrik Putters.
Zij was de dochter van Cornelis Wiggelinkhuizen, de kastelein die het bekende café buiten de Noorderpoort bewoonde. Het bloed van de herbergierdochter verloochende zich dus niet. Haar eerste man was eigenlijk timmerman, maar verruilde bij zijn huwelijk de duimstok tegen de tapkast.
Teruggaande in de tijd vinden we in 1730 als eigenares de weduwe van Johan Zijderveld genoemd. Deze had drie huizen in de Kerkstraat, waarvan het middelste onze herberg was. De herberg had toen een uitgang naar de Hoogstraat en dat is nog het steegje van de werkplaats van Verkuil.
De familie Zijderveld bezat de herberg al jaren lang. Daarvoor was Cornelis Vervel eigenaar, die als waard van “De Wildeman” in 1631 allerlei rekeningen indiende bij de magistraat.
In zijn herberg vierde deze magistraat het feest van de herverkiezing van haar leden. Men hield er ook de maaltijd na de diverse schouwen: op het ijken, op de straten, enz. Na een schouw kreeg men geen geld, maar wel een goede maaltijd! Ook werden er in de herberg allerlei aanbestedingen gehouden. Af en toe hield de schutterij daar ook haar bekende schuttersmaaltijd. Het was dus van ouds een zeer beklante zaak.
Deze Vervel was gehuwd met Maaike Otten, weduwe van de schout van Acquoy. Voor het huis moest een erfpacht betaald worden van 1 stuiver en 8 penningen.
In de herberg logereden allerlei hoge personen. Niet alleen de scherprechter, als hij bij uitzondering in Leerdam kwam, maar ook de commissarissen van de Staten van Holland.
We merken op, dat de geschiedenis van een huis vaak eeuwen teruggaat, al is dat niet altijd aan te tonen. Een naam als “De Wildeman” valt zo maar niet uit de lucht.

R. v.d. Berg

bron:
Jaargang 5 nr. 3
https://www.historischeverenigingleerdam.nl/historische-artikelen/de-herberg-de-wildeman/

StamSite