Grietje Siegers (*1825)

(Reconstructie van haar levensloop)

Niemand in de familie scheen te weten wie de ouders van mijn overgrootvader Kornelis Siegers uit Winsum waren. Zijn moeder, zei men, heette Grietje Siegers en ook werd gefluisterd dat zij zwanger was geraakt van een “hannekemaaier”. Kornelis zou uit een dergelijke romance geboren kunnen zijn.
Redenen genoeg dus voor een onderzoek en met onderstaande omschrijving probeer ik aannemelijk te maken hoe het in werkelijkheid is gegaan.
Vooruitlopend alvast de conclusie: De nakomelingen van Grietje Siegers hadden Holwerda kunnen heten, ware het niet dat…….

Grietje Jans Siegers werd geboren op 26-05-1825 te Winsum.

In het jaar eenduizend achthonderd vijfentwintig, den zevenentwintigsten Mei, ’s namiddags om een uur is voor mij Geuchien Bartelds Hopma, assessor en bij acte van den schout dezer gemeente de dato drie en twintigsten December achtienhonderdvierentwintig behoorlijk geregistreerd, gedelegeerde ambtenaar van den Burgerlijken Stand binnen de gemeente Winsum, kwartier Appingedam, provincie Groningen, gecompareerd Jan Siegers, oud vijftig jaren, schipper van beroep, wonend in het Schip, gedomicilieerd te Obergum, dewelke ons een kind van het vrouwelijk geslacht heeft voorgesteld, den zesentwintigsten Mei achttienhonderdvijfentwintig ’s namiddags om vier uur uit hem declarant en deszelfs huisvrouw Antje Jans Brouwer, te Obergum geboren. Aan hetwelke hij verklaard heeft den voornaam te willen geven Grietje. Welke verklaringen geschied zijnde in tegenwoordigheid van Bartelt Hindriks Hopma oud eenenveertig jaren, dagloner van beroep en Tonnis Kaspers oud vijfendertig jaren, dagloner van beroep, wonende beide te Obergum.
Zoo is hiervan deze acte geformeerd en door hun benevens den deposant en mij vertekend, nadat hun deze luid was voorgelezen op dag, maand en jaar als boven.
[getekend]

Jan Siegers
BH Hopma
Tonnis Kaspers
GB Hopma

Grietje was dus een schipperskind, dochter van Jan Siegers (50 jaar) en Antje Jans Brouwer (31 jaar).

Over Jan Siegers:
Jan Siegers was twee maal eerder getrouwd geweest; de laatste keer huwde hij met Grietje (Pieters) van Dijk, maar dat was meer dan 25 jaar geleden. De kinderen die hij met Grietje van Dijk had gekregen waren al lang volwassen, en Grietje van Dijk was overleden in Mei van het jaar dat hij trouwde met Antje.)
Blijkbaar had Jan Siegers dus voor de derde maal een vrouw gevonden die bij hem op zijn schip wilde wonen. Jan Siegers en Antje Brouwer kregen samen een kind en dat was onze voorouder Grietje Siegers. Grietje heeft haar vader echter nauwelijks gekend. Hij stierf toen ze nog geen twee was (jan 1827). Jan Siegers kon schrijven. Tenminste zijn naam.
Dochter Grietje leerde vermoedelijk alleen haar naam schrijven. Ze ondertekende in ieder geval de huwelijksakte van haar zoon Kornelis.

 

 

 

Over Antje Brouwer:
De ouders van Antje waren Jan Derks en Jantje Pieters, schippers van beroep. Antje kende dus het schippersleven en dit bracht haar vermoedelijk in contact met Jan Siegers. Na het overlijden van Jan Siegers, namelijk in 1833, 1836 en 1843 kreeg zij zonen: Jacob de Vries Brouwer, Pieter Brouwer en de tweelingen Hendrik en Kornelis Brouwer (dochter Grietje was toen resp. 8, 11 en 18 jaar).
In 1856 trad Antje, op 62-jarige leeftijd, in het huwelijk met de schoenmaker Alje Abels Bothuis. Bij haar overlijden in 1864 woonde Antje in Winsum in huis No 28.

Over de kindertijd van Grietje Siegers is mij niet veel bekend. Bleef moeder Antje aanvankelijk op het schip wonen? In ieder geval in 1843 woonde Antje met haar kinderen in huis No 83 (in de overlijdensakte van Hindrik Brouwer wordt huis No 83 in Obergum genoemd). Maar het jaar daarop, 1844, overlijdt haar 11-jarig zoontje Jacob de Vries Brouwer . Die woont (ik neem aan bij zijn moeder) in huis No 70 te Winsum. In ieder geval staat in de akte dat Antje in Winsum woont. Grietje Siegers is dan 19 jaar oud.
Wel is duidelijk uit het bovenstaande dat Grietje halfbroertjes kreeg, dus ze was niet “enig” kind. 

Periode Winsum 1850 – 1860
In 1850 krijgt Grietje, 24 jaar oud, een kind:
Jan Siegers, geboren op 16-01-1850 om 23.30 uur te Winsum (Obergum). In de officiële documenten staat:

vader onbekend Aangegeven door Elizabeth Wolters, oud 51 jaren, van beroep vroedvrouw, wonende te Winsum in het tegenwoordigheid van Martinus Johannes Wolff, oud 49 jaar, van beroep veldwachter, wonende te Winsum, en van Siemon Joosten van Ham, oud 30 jaar, van beroep zaakwaarnemer, wonende te Winsum

Op zondag 2 Februari 1851 wordt Jan gedoopt in de Hervormde kerk van Winsum Obergum.

1851 Den 2 Febr is gedoopt een zoon van Grietje J. Sigers geboren buiten echt den 16 Jan 1850 en is genaamd Jan.
bron: doop prothocol NH kerk Winsum Obergum

Ik vraag mij af hoe het in die kerkdienst is toegegaan: stond Grietje alleen vooraan in de kerk? Met andere woorden, werd het kind “door de moeder selve ten doop gepresenteert?” Moest zij boete doen? Wie was er nog meer aanwezig? Verder worden er in het prothocol geen dopen genoemd van kinderen van Grietje Siegers, en dat zou kunnen duiden op een ontstane verstoorde relatie met de kerkenraad.

Over de vroedvrouw:
Elizabeth Wolters kende het klappen van de zweep als het ging over bevallingen maar ook als de vader onbekend was. Ook zij was een buitenechtelijk kind. Ze was gedoopt op 23-11-1796 (Groningen; A-kerk), als in onecht geboren dochter van Johanna Wolters die woonde in Groningen aan de Spinhuisstraat. Elizabeth trouwde op 5-06-1824 te Winsum met Jan Jans Timmer, timmerman, geboren te Onderdendam. Jan overleed, 38 jaar oud, op 19-07-1838 te Winsum, en Elizabeth overleed op 20-02-1855 te Winsum, 58 jaar oud, dus bij de geboorte van Marten Siegers in 1856 zou er een andere vroedvrouw aanwezig zijn.

Dat zelfde jaar nog, krijgt Grietje opnieuw een kind:
Bouwe Siegers, geboren op 05-12-1851 om 22.00 uur te Winsum (Bellingeweer).
In de geboorte akte staat terzijde geschreven:

Te lezen achter het woord verklaard in de negende regel van boven, de woorden: als hebbende bij de geboorte van na te noemen kind tegenwoordig geweest terwijl de vader van hetzelve onbekend is.

Die verklaring komt dus van de aangeefster:

Antje Jans Brouwer, oud 52 jaar, van beroep turfmetersche, wonende te Winsum
in tegenwoordigheid van
Gerhardus Deelman), oud 49 jaar, van beroep goud en zilversmid, wonende te Winsum en van
Jan Daniëls Geuzendam, oud 47 jaar, van beroep dagloner, wonende te Winsum,
getekend, behalve de declarante Antje Jans Brouwer en de mede aangever Jan Daniëls Geuzendam welke beide (….) verklaarden hunne namen niet te kunnen schrijven, zulks niet hebbende geleerd.

In 1854 krijgt Grietje haar derde kind:
Johannes Siegers, geboren op 03-04-1854 om 05.00 uur te Winsum (Obergum). In de officiële documenten staat:

vader onbekend
Aangegeven door Elizabeth Wolters, oud 55 jaar, van beroep vroedvrouw, wonende te Winsum
in tegenwoordigheid van
Jan Salomons Zwartzenberg, oud 29 jaar, van beroep dagloner, wonende te Obergum, en van
Gerrit Jans Damhof, oud 33 jaar, van beroep dagloner, wonende te Obergum.

In 1856 krijgt Grietje haar vierde kind:
Marten Siegers, geboren op 18-01-1856 om 02.00 uur te Winsum (Obergum). In de officiële documenten staat:

vader onbekend
Aangegeven door
Antje Albertus Valk, oud 31 jaar, van beroep vroedvrouw, wonende te Winsum
in tegenwoordigheid van
Aam Pieter Borgman, oud 28 jaar, van beroep herbergier, wonende te Winsum, en van
Siemon Joosten van Ham, oud 36 jaar, van beroep zaakwaarnemer, wonende te Winsum

In 1858 krijgt Grietje haar vijfde kind, haar eerste en enige dochter:
Antje Siegers, geboren op 29-11-1858 om 16.00 uur te Winsum (Obergum). In de officiële documenten staat:

vader onbekend
Aangegeven door
Antje Albertus Valk, oud 33 jaar, van beroep vroedvrouw, wonende te Obergum,
in tegenwoordigheid van
Martinus Johannes Wolff, oud 58 jaar, van beroep veldwachter, wonende te Winsum, en van
Simen Joosten van Ham, oud 39 jaar, van beroep zaakwaarnemer, wonende te Winsum

Grietje woonde tussen 1850 – 1860, te Obergum huis nummer 5
De bewoners van dit huis waren:

1. Sietze Holwerda, *1821 te Ee, huw.st: O, kerk NH, dagloner
2. Grietje Siegers, *1826 te Obergum, huw.st: O, kerk NH, dagloonster
3. Aaldrik de Vries, *1830 te Winsum, huw.st: H, Kerk NH, dagloner
4. Nantje Dijkinga, *1827 te Kloosterburen, huw.st: H, kerk NH, geen
5. Jan Siegers, *1850 10 jan. te Obergum, huw.st: O, kerk NH, geen
6. Anje de Vries, *1851, 23 oct te Obergum, huw.st: O, kerk NH, geen
(nummer 6. hierboven is doorgestreept dd 26 oct 1851)
6. Bouwe Siegers, *1851 5 dec. te Obergum, huw.st: O, kerk NH, geen
7. Johannes Siegers, *1854 3 apr. te Obergum, huw.st: O, kerk NH, geen
8. Marten Siegers, *1856 18 jan. te Obergum, huw.st: O, kerk NH, geen
9. Antje Siegers, *1858 29 nov. te Obergum, huw.st: O, kerk NH, geen

In huis nummer vijf woonden dus vier volwassenen waarvan er twee een echtpaar vormden.
(Aaldrik de Vries en Nantje Dijkinga waren in 1850 te Winsum getrouwd, en ze hadden een kind, Anje de Vries. Aaldrik en Nantje zijn zonder beroep. Dochter Anje overlijdt op 26 october 1851.

Aanvulling: 
Aaldrik en Nantje verdwijnen uit de levens van Grietje en Sietse omdat zij komen te overlijden (in 1862). Maar Grietje Siegers en Sietse Holwerda blijven in contact en raken verbonden met familieleden van Aaldrik:
Grietje de Vries, dochter van Aaldriks broer Hindrik Klaassens de Vries (*4-5-1832) trouwde op 27-9-1877, met een zoon van Grietje Siegers: Bouwe Siegers (*5-12-1851). Bovendien was Sietze Holwerda getuige geweest bij de aangifte van de geboorte van deze Grietje de Vries  in 1857) 
Bron: Ron van Hogen

Dus de vraag ligt voor de hand:

Wie was Sietze Holwerda?

Van hem werd mij het volgende bekend:

Geboorteakte Oostdongeradeel, 1821
Aangiftedatum 2 juni 1821, akte nr. 78
Sytze Holwerda, geboren 31 mei 1821
zoon van Bouke Sytzes Holwerda en Tjetske Martens Sloterdijk

De ouders van Sietze Holwerda waren dus Bauke Sietzes en Tjetske Martens.

Over Bauke Holwerda:
Tjetske was de tweede vrouw van Bauke. Hij was namelijk twee jaar na het overlijden van zijn eerste vrouw (Aagtje Willems, ovl 26-07-1819), waarmee hij vijf kinderen had gekregen, op 53 jarige leeftijd met Tjetske getrouwd. Tjetske was toen 32 jaar.
Bij Tjetske verwekte Bauke nog eens drie kinderen. De oudste daarvan was Sietze (Baukes) Holwerda. Bijna een maand voor zijn vijfde verjaardag overleed de vader van Sietze.

Over Tjetske Sloterdijk:
Tjetske werd dus weduwe na vijf jaar getrouwd te zijn geweest met Bauke. Daaraan voorafgaand had ze al een huwelijk gehad van 7 jaar (waaruit vier kinderen) met Mient Reinderts de Haan, geboren ‎1778 als zoon van Rindert Tjebbes de Haan en Janke Mients van der Heide, overleden ‎7 maart 1818 Dantumadeel‎
In 1829 werd in Ee, waar Tjetske woonde, een volkstelling gehouden. Daaruit blijkt dat zij met haar drie kinderen (van 8, 6 en vier jaar) woonde in huis nummer 96, tezamen met nog negen gezinnen. Vermoedelijk waren de kinderen uit het eerste huwelijk van Bauke al de deur uit. In totaal woonden er in dat huis 27 personen. (Ee huisnummer 96, kadastraal nummer C 248 was een Armenhuis). Bauke, de kostwinner van het gezin, was overleden en daardoor vermoedelijk was Tjetske overgeleverd aan de zorg van de gemeenschap. Tjetske overleed in 1869.
Zo groeide Sietze Baukes dus vaderloos op, langere of kortere tijd in een armenhuis.Toch leek alles aanvankelijk goed te komen met hem want Sietze trouwde:

Huwelijken regio 2: noordoost Friesland
Huwelijksakte Oostdongeradeel, 1844
Man: Sytze Boukes Holwerda
Vrouw: Sjoukje Tjeerds Visser
Datum: 24 mei 1844 Akte nr. 41

En Sietze en Sjoukje hadden samen een dochter: Lytte Holwerda, geb. 28 feb 1845 te Paesens.

Toch kwam er spoedig een eind aan dit pril geluk.

Hongersnood en epidemieën heersen in de jaren 40 van de 19e eeuw, vandaar dat dit de zwarte jaren worden genoemd. Vooral de armere bevolkingsgroepen worden door onheil getroffen. De aardappelziekte veroorzaakt grote prijsstijgingen voor basisvoedsel. De boeren in Groningen varen daar wel bij, immers zij verdienen meer aan hun producten. De armen daarentegen hadden het zwaar; van de in die jaren gangbare hongerlonen was het moeilijk geworden om voldoende eten te kopen. Een door honger verzwakte bevolking bezwijkt eerder aan ziekten, zodat de epidemieën in deze periode extra veel slachtoffers vergden. Hierbij moeten we denken aan malaria en cholera. In de Noordelijke delen van de provincie Groningen kwam een vorm van malaria veel voor, in verband met het beloop van de ziekte de tussenpozende koorts genoemd. Deze ziekte kwam vooral voor op de vochtige kleigebieden. Binnen de stad Groningen bleef de ziekte meestal beperkt tot de Noordelijke stadswijken. Alleen bij een epidemie drong malaria door tot de op zandgrond gebouwde wijken aan de zuidkant. Dit was het geval in 1846 en in de stad Groningen overtrof in 1847 door diverse ziekten het aantal sterfgevallen de geboorten. In 1848 en 1849 heerste opnieuw de cholera in heel Nederland. In de stad Groningen worden 1447 zieken geteld, waarvan 698 overleden. Hoewel hierover geen gegevens meer te achterhalen zijn, is het zeer waarschijnlijk dat deze epidemieën ook in Winsum hebben geheerst. De sterftecijfers zijn zo dramatisch dat voor het eerst sinds decennia de bevolking van Nederland jarenlang niet of nauwelijks toeneemt.
Bron: Infobulletin Winshem, No 13

Dus goede raad was duur en reken maar dat Sietze grote moeite had zijn gezin te onderhouden.  Hij zocht, net als iedereen, naar werk en voedsel.
Plotseling verdween Sietze echter van de radar. Hij was niet meer bij zijn vrouw en dochter.
Wat de reden daarvan was werd  kort geleden duidelijk, door een vondst van Ron van Hogen. Hij schreef mij: Sietze was opgepakt en veroordeeld wegens bedelen (1846). Twee weken na aankomst in Veenhuizen of Nieuweschans is hij ‘gedeserteerd’. Hij kon niet terug naar Paesens, om twee redenen: (1) hij zou daar tegen de lamp van het gezag lopen en (2) er was geen werk in Paesens. Winsum was een beter idee! Maar wat een tragiek: hij moest zijn vrouw, dochtertje van een jaar, moeder, broer en zus achterlaten.
Bron: FRIESE BEDELAARS IN VEENHUIZEN EN OMMERSCHANS (1834-1859). Groningen, mei 2000 Reid van der Ley
(In deze vierde aflevering van de namen van Friese bedelaars, gelicht uit de inschrijvingsregisters van bedelaarskolonisten bij de Maatschappij van Weldadigheid en het complex te Veenhuizen, worden de kolonisten van stamnummer 2703 tot en met 3836 behandeld.)

Sytze Baukes Holwerda, nr. 3764, geb. 31-5-1821, Hervormd, aangekomen 21-7-1846 van Oostdongeradeel, domicilie van onderhoud is Ee, gedeserteerd 3-8-1846.

De straffen voor desertie waren niet mals. Vergelijk bijvoorbeeld de verslagen van veroordelingen op deze pagina

Kortom: Sietze was opgepakt in de omgeving Paesens-Moddergat tijdens, vermoedelijk, een zoektocht naar werk en voedsel om zijn gezin te kunnen onderhouden. Hij werd afgevoerd en gevangen gezet te Leeuwarden waar hij veroordeeld werd tot een maand opsluiting in een bedelaarsgesticht. Vanuit Leeuwarden ging het naar Veenhuizen waar hij werd ingesloten. Dat zat hem niet lekker en dus vluchtte Sietze op 3 augustus 1846 de provincie uit en zwierf vanuit Veenhuizen in Drenthe naar Winsum, Groningen. Daar vond hij werk, als dagloner, en wellicht hebben Grietje en hij elkaar zo ontmoet: werkend bij dezelfde boer, of in dezelfde fabriek (touwslagerij, of tichelwerk?) in Obergum. Wat zou er gebeurd zijn als hij niet was ontsnapt, maar zijn tijd netjes had uitgezeten?

Als bij de kinderen van Grietje Siegers genoteerd staat dat de vader onbekend is, dan is dat een formaliteit. Immers formeel kon Sietze Holwerda geen vader zijn van de kinderen van Grietje omdat hij getrouwd was met Sjoukje. Hij zou met twee vrouwen tegelijkertijd getrouwd zijn en bigamie is en was een misdrijf. Dus terwijl iedereen wist wie de vader was, schreef de ambtenaar van de burgerlijke stand iedere keer keurig op dat hij geen idee had wie de vader was.
Gedoogbeleid?
(en natuurlijk kon ook Sjoukje geen nieuwe huwelijksrelatie aangaan)

Periode Winsum en Sauwerd 1860 – 1870
Binnen Winsum Obergum zijn Grietje en Sietze verhuisd naar huis nummer 43.
De bewonerslijst van dat pand ziet er als volgt uit:

Siegers, Grietje Jans, Hoofd van het gezin
Siegers, Jan, zoon
Siegers, Bouwko, zoon
Siegers, Johannes, zoon
Siegers, Marten, zoon
Siegers, Antje, dochter
Holwerda, Sietze Boukes, niet verwant, geboorteplaats Ee, Friesland, H (=gehuwd). Opmerking: Heeft zijne vrouw die te Ee, provincie Friesland, woont [achter ge-] laten
Siegers, Jacob, zoon

Aaldrik en Nantje zijn dus nu van het toneel verdwenen. Grietje en Sietze wonen alleen met hun gezin en er is een kind bijgekomen:
Jacob Siegers, geboren op 08-12-1862 om 03.00 uur te Winsum (Obergum). In de officiële documenten staat:

vader onbekend
Aangegeven door
Tjaaktje Gerrits Bosman, oud 50 jaar, van beroep vroedvrouw, wonende te Winsum,
in tegenwoordigheid van
Aam Pieters Borgman, oud 35 jaar, van beroep herbergier, wonende te Winsum, en van
Simen Joosten van Ham, oud 33 jaar, van beroep koopman, wonende te Winsum

In maart 1866 raakt Grietje weer zwanger, en op 14 mei 1866 vertrekt het gehele gezin naar Adorp.
Dat jaar heerste er cholera in Winsum en wellicht was dat een reden om te vertrekken? (Meer informatie over cholera in 1866).
In december 1866 bevalt Grietje van een zoon, mijn voorvader:
Kornelis Siegers, geboren op 04-12-1866 om 20.30 uur te Adorp (Sauwerd). In de officiële documenten staat:

vader onbekend
De aangifte van de geboorte werd gedaan op 6 december 1866 door Petrus Rimbertus Westerhoff, oud 30 jaren, van beroep vroedmeester, wonende te Sauwerd.
Getuigen bij de geboorte aangifte: Sietze Holwerda, oud 45 jaren, dagloner; Pieter Joost van Ham, oud 33 jaren, zaakwaarnemer te Adorp.

Periode Sauwerd en Winsum 1870 – 1880
In het document van het bevolkingsregister van de gemeente Adorp over de periode 1870 – 1880 waar Sietze Holwerda staat ingeschreven, staan de volgende aantekeningen:
Hij is Hoofd van het gezin, geboren 30 Mei ’22 in Ee, Oostdongeradeel, weduwnaar, Ned Hervormd, boerenarbeider, wonend in huis No S 19 II, sinds 14 Mei 1866. De vorige woonplaats was Winsum. In het document staat dat hij woont bij een ongehuwde vrouw (zie Siegers), en dat hij overlijdt op 9 Jan. 1871.
Wat niet klopt in deze notities is zijn geboortejaar en dat hij als weduwnaar te boek staat. De vrouw waar hij wettelijk mee verbonden was, Sjoukje, was zeker niet dood. Ze zou hem zelfs dertig jaar overleven (ovl. 05 feb 1901 te Dokkum).

In 1869 trouwde de dochter van Sietze: Lyte Holwerda. In de trouwakte wordt Sietze genoemd als haar vader:
de vader van de bruid is Sytze Baukes Holwerda, zonder bekende woonplaats terwijl het ook niet bekend is dat hij in leven, dan wel overleden is. De moeder [Sjoukje] is wonende te Oostrum; Hebbende de bruid voorts onder eede inhanden van ons afgelegd de verklaring, dat haar vader sedert jaren afwezig is, zonder bekende woonplaats, terwijl het haar ook niet bekend is dat hij in leven, dan wel overleden is, zoodat zij niet in de mogelijkheid is geweest om zijne toestemming tot dit huwelijk te vragen, noch zijn overlijden te kunnen bewijzen.

In 1870 volgt de geboorte van het laatste kind van Grietje:
Wietse Siegers, geboren op 22-06-1870 om 16.00 uur te Adorp. In de officiële documenten staat:

vader onbekend
Aangegeven door
Jantje Medema, oud 46 jaar, van beroep dagloonster, wonende te Sauwerd,
in tegenwoordigheid van
Sietze Holwerda, oud 49 jaar, van beroep dagloner, wonende te Sauwerd, en van
Willem Bus, oud 37 jaar, van beroep landgebruiker, wonende te Adorp
.

Ten tijde van de geboorte van het laatste kind wonen zij in Adorp in huis nummer S19 II met de volgende bewonerslijst:

Siegers, Grietje Jans, hoofd van het gezin [als aantekening achter haar naam staat: zie Holwerda]
Siegers, Jan, zoon
Siegers, Antje, dochter
Siegers, Jacob, zoon
Siegers, Kornelis, zoon
Siegers, Wietse. Zoon

Terzijde:
Er staat nog een naam in de betreffende bewonerslijst, te weten Martje Siersema. Verder geen gegevens.
Zij was geboren 14-12-1850 te Winsum, als dochter van Douwe Gerrits Siersema, landbouwer, 42 jaar en Anna Freerks de Vries. 
Deze Anna was geboren in 1810 in Winsum en een zuster van Jacob de Vries.
Jacob de Vries was geboren op 5 juli 1813 te Obergum als zoon van Freerk de Vries, pottenbakker, en Grietje Jacobs Kooij.
Jacob verwekte een kind bij Antje Jans Brouwer en zij noemde hem: Jacob de Vries Brouwer (geboren ‎13 april 1833 Winsum, Obergum). Deze was dus een halfbroertje van Grietje Siegers. 
Martje Siersema was dus een (onechte) nicht. 

In dit huis woonden Grietje en Sietze met hun kinderen tot 18 mei 1874. De geboortes die in Adorp worden aangegeven hebben nog steeds het karakter van een toneelspel: de vader is onbekend. En om het nog kluchtiger te maken is vader Sietze in Adorp wel twee keer als getuige bij de aangifte.

Dan, plotseling, binnen een jaar na de geboorte van zijn jongste zoon, overlijdt Sietze Baukes Holwerda, 49 jaar oud. Hij was in juni 1870 nog aanwezig als mede-aangever van de geboorte van Grietjes jongste kind, en dan is er ineens het bericht van zijn overlijden.
Het overlijden wordt aangegeven door Harm de Jonge, oud 33 jaar, van beroep dagloner, wonende te Sauwerd, geen bloedverwant van de overledene, en door
Doetze Landstra, oud 35 jaar, van beroep huisverver, wonende te Sauwerd, geen bloedverwant van de overledene.
Beide heren verklaren

“dat op den negenden der maand Januarij des jaars duizend achthonderd een en zeventig, des morgens te zeven uur binnen deze gemeente, en wel te Sauwert, is overleden Sietze Holwerda, oud achtenveertig jaren, van beroep dagloner, laatst gewoond hebbende te Sauwert, geboren te Ee Provincie Friesland, zoon van Bouwke Sietzes Holwerda en Tjitske Martens Slooterdijk, beide overleden, echtgenoot van Sjoukje Tjeerds Visser, van beroep huishoudster, wonende te Sauwert.
Van welke aangifte en verklaring deze akte dadelijk is opgemaakt, die na voorlezing door de aangevers en ons is geteekend, verklarende de eerste aangever zijn naam niet te kunnen schrijven als hebbende zulks niet geleerd.”

[handtekeningen Landstra en de ambtenaar van de Burgerlijke Stand]

Het lijkt mij een vergissing van deze ambtenaar van de Burgerlijke Stand als hij op het formulier invult dat Sjoukje Tjeerds Visser in Sauwerd woont.

Grietje blijft alleen achter met haar acht kinderen die nu echt geen vader hebben. Jan, de oudste zoon, is op dat moment inmiddels 21 jaar. Maar Wietse, de jongste, is dan pas een half jaar oud.
Op 24 Mei 1873 trouwde de oudste zoon, Jan. De eerste van de acht. Hij had een meidje gevonden met de naam Stientje Hut.

Een jaar later, drie jaar na het overlijden van Sietze Holwerda, op maandag 18 Mei 1874 vertrok Grietje met haar gezin met bestemming Winsum Obergum. Terug naar haar geboorteplaats. Daar ging zij samenwonen in nummer 108a, met ene Jacob Ronda. Jacob was een week eerder (op 11 Mei) vanuit Leens vertrokken naar Winsum. Op donderdag die week zouden ze trouwen. Grietje voor het eerst en Jacob voor de tweede keer.

Jacob huwde op 49-jarige leeftijd op 21-05-1874 te Winsum met Grietje Jans Siegers, 48 jaar oud, daglonersche, geboren op 26-05-1825 te Winsum. (getuige(n): Aam Pieter Borgman, oud 48 jaar, van beroep herbergier, wonende te Winsum; Cornelis Derk Teunis van der Vorm, van beroep veldwachter, wonende te Winsum; Jan Poelman, oud 30 jaar, van beroep dagloner, wonende te Obergum; Hidde Dop, oud 27 jaar, van beroep dagloner, wonende te Obergum; zijnde geen der getuigen bloed- of aanverwanten van een der comparanten echtgenoten.),
de huwelijksakte is niet ondertekend door de echtgenote.
“Verklarende de echtgenoote echter haar naam niet te kunnen schrijven, als zulks niet hebbende geleerd.”

De bewonerslijst van huis nummer 108a ziet er als volgt uit:
Ingeschreven op 30 mei 1874:

Ronda, Jacob, hoofd, gehuwd, schoenmaker
Siegers, Grietje Jans, gehuwd, vrouw
Ronda, Nieske, dochter (*1858 Mensingeweer), ongehuwd
Siegers, Antje, stiefdochter, ongehuwd
Siegers, Jacob, stiefzoon, ongehuwd
Siegers, Kornelis, stiefzoon, ongehuwd
Siegers, Wietse, stiefzoon, ongehuwd

Op deze lijst staat achter de namen van Antje en Jacob dat zij op 3 juli 1877 vertrekken. Antje Siegers (18 jaar) vertrekt naar Baflo en Jacob Siegers (14 jaar) vertrekt naar Adorp.
Verder is hieraan te zien dat de oudste vier jongens van Grietje de deur uit zijn: Jan, Bouwe, Johannes en Marten komen in dit lijstje niet meer voor. Ook de (twee?) jongens uit het gezin van Gepke en Jacob zijn niet meer aanwezig. Er zijn wel de twee meisjes, Nieske Ronda en Antje Siegers, allebei 16 jaar (*1858) en nu ineens zusjes.

Wie was eigenlijk Jacob Ronda?
Zijn vader was Liefert Jakobs Ronda, kleermaker, geboren 26 februari 1788 te Zoutkamp. Die trouwde op 04-09-1814 te Ulrum met Heilke Entes Mulder, Ged. ‎13 jul 1794 te Ulrum. Uit dit huwelijk was onder meer Jacob geboren:
Jakob Liefers Ronda, schoenmaker, geboren op 20-09-1824 te Ulrum.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 14-03-1850 te Winsum met Gepke Tjeerts de Winter, 30 jaar oud, geboren op 22-02-1820 te Zuidhorn, overleden 10-07-1865 te Mensingeweer, dochter van Tjeert Oukes de Winter en Nieske Pieters Bod.

Jacob woonde tussen 1850 en 1852 in Winsum Obergum, huisnummer 24
Bewoners van dit huis van de fam. Ronda:

1. Jacob Ronda, *1825 te Ulrum, huw.st: H, kerk NH, schoenmaker
per 19 juli 1852 de gemeente verlaten, bestemming Leens
2. Gepke Tjeerts de Winter, *1820 te Noordhorn, huw.st: H, kerk NH, geen beroep
per 19 juli 1852 de gemeente verlaten, bestemming Leens
3. Ailko Ronda, *1850 4 mei te Obergum, huw.st: O, kerk NH, geen beroep
per 19 juli 1852 de gemeente verlaten, bestemming Leens

(Er staan nog vijf personen de lijst, waarvan twee getrouwd (Klaas Beukema*1849, Trijntje Kuipers*1821, Klaaske Haan*1830 gehuwd met: Johannes Houkes van Steinvoorn*1819, Aaltje van Steinvoorn*1860, maar geen van alle lijkt een familierelatie te hebben met Jacob Ronda of Gepke de Winter)

Dus toen in 1850 in Winsum Obergum Jacob Ronda het huwelijksleven met zijn Gepke begon, was daar ook het begin van de relatie tussen Sietze Holwerda en Grietje Siegers. Deze vier mensen hebben elkaar in ieder geval tussen 1850 en 1852 gekend: ze waren overburen, Huis no 5 van Grietje en Sietze en Huis no 24 van Jacob en Gepke.overburen in Obergum 
Grietje moest bevallen van haar eerste kind in Januari 1850, en Gepke kreeg haar eerste in Mei dat jaar.
Het gezin van de schoenmaker vertrok echter in 1852 naar Mensingeweer, gemeente Leens.
Ongeveer twintig jaar later zou in beide gezinnen een van de partners overlijden. Gepke overleed in 1865 en Sietze in 1871.

Periode 1880 – heden
Jacob en Grietje zijn eind zeventiger jaren nog eens verhuisd. Van Obergum 108a naar 42b. Alleen de jongste van Grietje (8 jaar oud) woont nog thuis. (Bouwe trouwde in 1877, Marten trouwde in 1880) De bewonerslijst ziet er (voor het gezin) als volgt uit:

Ronda Jakob, hoofd, gehuwd, schoenmaker
Ronda, Grietje (geb Siegers), vrouw, gehuwd
Siegers, Wietse, stiefzoon, ongehuwd

Andere gegevens die we uit de bewonerslijst kunnen halen:
Jacob Ronda (69 jaar) vertrok vanuit huis 42b met Grietje Siegers (68 jaar) in 1893 naar Groningen.
Wietse vertrok op 5 sept 1894 naar Groningen. Wietse overleed in 1896 in Oost-Indië.

Overledene: Wietse Siegers (behorende tot het leger)
Plaats (gouvernement,residentie): Kota Radja (Groot-Atjeh)
Datum: 27-09-1896
Opmerking(en):
RA jaar/bladzij: 1898/464
Bron:
http://www.roosjeroos.nl/

Ten slotte
Jacob Ronda overleed in Groningen op 12 maart 1908, 83 jaar oud.
Grietje Ronda-Siegers overleed in Groningen 3 juni 1916, 91 jaar oud.


Op de geboorte aktes van alle kinderen van Grietje is een aantekening bijgeschreven (de verklaring daarvoor lijkt gelegen in het erfrecht):

” dat hij bij akte van 2 maart 1885, verleden voor de burgemeester, tevens ambtenaar van de Burgerlijke Stand van Winsum, door de moeder als de hare werd erkend.”

Het zal nooit echt te bewijzen zijn (behalve met DNA-materiaal) wie de verwekker (s) was (waren) van de kinderen ven Grietje Siegers.
(Ach tasten wij niet allen mutatis mutandis in hetzelfde duister?)
Ik vind het met bovenstaande gegevens aannemelijk dat Sietze Baukes Holwerda de biologische vader was van de kinderen van Grietje Jans Siegers.
Interessant is, dat een zoon van Grietje Siegers is gehuwd met een dochter van Jacob Ronda:

Johannes Siegers, geb. 03 apr 1854 te Winsum (Obergum), ovl. 17 okt 1937 te Winsum, zoon van N.N. en Grietje Siegers
Gehuwd 11 feb 1882 te Winsum (Obergum) met:
Nieske Ronda, geb. 18 okt 1858 te Mensingeweer, dochter van Jakob Ronda en Gepke de Winter

Historische Vereniging Winsum-Obergum

De redactie ontving van de heer Erik Stam, achterkleinzoon van Kornelis Siegers, geboren te Sauwerd op 4 december 1866, een beschrijving van het leven van Grietje Siegers die vanaf haar geboorte in 1825 tot 1866 in Winsum-Obergum woonde, daarna in Sauwerd en vanaf 1893 in Groningen. Grietje Siegers is de moeder van Kornelis Siegers.
De beschrijving van het leven van Grietje Siegers is niet alleen bijzonder maar ook boeiend en roept vragen op die niet beantwoord (kunnen) worden.
Niet alleen voor de nazaten van Grietje Siegers maar mogelijk ook voor anderen is de beschrijving de moeite waard om daarvan kennis te nemen.
Omdat plaatsing te veel ruimte in zou nemen is met de heer Stam afgesproken dat u van het artikel kennis kunt nemen door in te loggen op website: www.stamek.nl
Historische Vereniging Winsum-Obergum

StamSite